Op ongeveer 2500 meter hoogte heeft hij het opnieuw moeilijk. De pedalen willen niet meer ronddraaien. Clichés komen bovendrijven, zoals ‘de koek is op’. Nou, in werkelijkheid is de koek helemaal niet op. Er zit nog een halve mueslireep in zijn shirt. Maar dat gaat nu niet, niet met die wind die voelt als een herfststorm. De volgende bocht is niet ver. Tot daar fietst hij door. Tenminste tot daar.
Even later is hij bij de bocht. De weg draait af naar links en wordt iets minder steil. De wind valt ook weg en het trappen gaat zowaar wat lichter. Het is nog zo’n 3 kilometer naar de top op 2750 meter. De mueslireep dan maar? Met één hand aan het stuur hengelt hij het reepje uit zijn shirt. Snel kauwend werkt hij het weg.
Het landschap verandert. Eerst waren er lieflijke Alpenweiden met heerlijk geurende bloemen. Hij kon de bijen af en aan zien vliegen. Hoorde ze bijna zoemen. Het geluid werd overstemd door een waterval die klaterend zijn weg zocht tussen de rotsen. Ondertussen zijn er geen bloemetjes en bijtjes meer. De meeste kleuren zijn verdwenen, alleen grijs is nog over. Het asfalt is grijs, de rotsen ook en het zand en de stenen.
Ineens spot hij beweging in de berm. Het lijkt wel een hond. Dan dringt het door: dit moet een marmot zijn. Het beestje schiet weg, terug zijn hol in. Wat hobbelen ze toch schattig, denkt hij.
Dan, getoeter. Een auto die ook naar boven gaat. Hij was wat te ver midden op de weg gaan fietsen om niet in het kantje terecht te komen. De auto schuift voorbij. Een korte aanmoediging in een onbekende taal bereikt zijn oren. Een glimlach krult om zijn mondhoek, maar verdwijnt even snel weer als de geur van uitlaatgassen in zijn neus kruipt.
Een slok uit de bidon. Zoet, en licht verwarmd. Niet echt lekker, maar beter dan niks. Hij kijkt op en beseft dat hij er bijna is. Bijna boven op deze mythische col. Het laatste stuk is steil, maar opnieuw bereiken aanmoedigingen zijn oor. Hij schakelt nog een tandje bij voor het laatste stukje, geeft alles, gaat zelfs nog even op de pedalen staan en is er.
Zijn eerste Alpencol bedwongen. De vrijgekomen endorfine geeft een roes van vrolijkheid en euforie die de pijn in zijn vermoeide benen langzaam doet wegtrekken. Een overwinning op zichzelf. En als bonus het prachtige uitzicht. En niet te vergeten, een afdaling in het verschiet!