Op de terugweg van school liep Elmar over het pad langs het Woud. Hoewel hij de bomen en struiken aan de rand goed kon zien, kon je niet ver het Woud inkijken. De bomen stonden te dicht op elkaar en het was hartstikke donker. Toch was er iets aan het Woud dat Elmar aantrok. Elke keer dat hij erlangs liep, groeide zijn nieuwsgierigheid. Laatst was hij een paar stappen van het pad afgelopen in de richting van de bosrand maar daarna snel teruggekeerd naar het pad. Ook vandaag liep hij snel door. Hij moest naar huis, waar oma zou zitten te wachten met de thee en hij wilde haar niet ongerust maken.
“Ben je daar, jongen?” Oma roept al zodra hij de voordeur van hun huisje openduwt.
“Ja, oma.”
“De thee staat in de keuken te trekken, wil jij inschenken?”
Elmar loopt naar de keuken en schenkt de thee in. Hij zet de glazen op het ouderwetse dienblad en loopt naar de kamer. Als hij de thee op het tafeltje naast haar leunstoel heeft neergezet, stelt ze dezelfde vraag als altijd: “Je bent toch wel meteen naar huis gekomen, Elmar? Niet getreuzeld bij het Woud en op het pad gebleven?”
“Nee, oma. Direct naar huis,” antwoordt hij en schudt zijn hoofd.
“Oh. Nou, gelukkig maar. Je weet dat dat niet mag hè?”
“Waarom eigenlijk niet, oma?” vraagt Elmar.
“Dat heb je al vaker gevraagd jongen, maar ik denk dat je nu wel oud genoeg bent om het verhaal te horen.” En oma vertelt over de geschiedenis van het Woud.
Als Elmar ‘s avonds in bed ligt denkt hij na over het verhaal van zijn oma. Wonen er echt wezens in de binnenste cirkel van het Woud die af en toe naar de rand komen? Hij kan het zich nauwelijks voorstellen.
De volgende morgen loopt hij weer naar school. Op het pad langs het Woud kijkt hij nog eens goed naar de bomen aan de bosrand. Er gaat een vreemd soort aantrekkingskracht van de bomen uit. De wind door de takken lijkt hem te roepen. Hij stapt van het pad en staat stil. De waarschuwing van oma schiet door zijn gedachte maar dit keer wint zijn nieuwsgierigheid. Snel loopt hij naar de bosrand. Opgewonden stapt hij tussen de eerste bomen door. Plotseling hoort hij het geluid van een knappende tak. Hij kijkt om zich heen en verstijft.