Binnen bij ouwe gele

De padden knabbelen lekker van hun wortel en omringd door zoveel schoonheid en heerlijke geuren in de tuin, vergeten ze bijna waarom ze hier zijn. Pad blauw verslikt zich en begint te hoesten. Gelukkig klopt pad geel hem op zijn rug.

'Ouwe gele', begint pad blauw, 'we hebben je hulp nodig. Het gaat helemaal niet goed met oude pad blauw van Jeh.' En in een stortvloed van woorden komt het verhaal eruit. Ze hadden lekker op het strand gelegen en vonden tijdens het zwemmen een telefoon met daarop de foto van pad blauw. Vervolgens de haastige aftocht per kameel van het strand, de tocht door de woestijn en de ontmoeting met Pooh. De ouwe gele staat erbij en luistert.

Als pad blauw is uitgesproken denkt de ouwe gele even na. 'Jullie moeten maar even binnenkomen,' zegt hij dan en hij trekt de deur van zijn huisje open. 'Daar kunnen we rustig praten en plannen maken.'

Het huisje van de ouwe gele is heel gezellig. Er is een open haard en een fijne plek om te zitten. Terwijl pad geel en pad blauw zich warmen bij de haard, rommelt de ouwe gele wat in een kist die in de hoek staat. Even later komt hij terug met een rode paddenjas. 'Deze heb ik hier al een hele poos liggen, maar hij past mij niet.' En hij laat de padden de jas zien. Pad blauw begrijpt het niet. 'Maar dit is de jas van pad blauw, wat doet die nou hier?' De ouwe gele legt het uit.

Pad blauw is een hele tijd geleden op bezoek geweest bij de ouwe gele, om te zien of het allemaal wel goed met hem ging. Pad blauw voelde zich een beetje schuldig omdat hij dacht dat de ouwe gele vanwege hem weg was gegaan. Dat misverstand was snel uit de wereld geholpen en toen is pad blauw weer naar huis gegaan. 'Maar hij vergat wel zijn rode jas,' besluit ouwe gele zijn verhaal.

'En ik denk dus, dat pad blauw het behoorlijk koud zal hebben zonder zijn jas. Misschien kunnen jullie die voor hem meenemen?'

'Ja, natuurlijk doen we dat,' zegt pad blauw. Pad geel pakt de jas aan en probeert hem aan te trekken. Maar dat gaat natuurlijk niet omdat hij zijn eigen jas al aan heeft. Pad blauw ziet het en schudt zijn hoofd. 'Eén jas tegelijk, pad geel, anders scheur je er nog uit'.

De ouwe gele denkt ondertussen nog even na. 'Maar alleen met die jas gaat pad blauw het niet redden. Kijk maar, hij heeft veel te weinig vulling.'

'Ja dat zie ik ook,' zegt pad blauw en pad geel beaamt dat: 'het is echt een dunne pad. Als ik op hem ga zitten dan lijkt het net alsof ik op de grond zit, zo dun is hij!'

De ouwe gele schudt zijn hoofd. 'Je gaat toch niet op een andere pad zitten. Zal ik dat eens bij jou doen?' dreigt hij en pad geel klimt verschrikt onder de tafel.

'Hé, ik heb een idee,' zegt ouwe gele dan. 'Ik heb dat probleem ook ooit gehad met mijn hoed. Daar zat toen geen vulling meer in. Kijk daar maar, ik heb er nog een foto van.'

En hij wijst naar een portretje aan de muur. Inderdaad, de hoed van ouwe gele is helemaal ingedeukt, een pad onwaardig.

'En hoe heb je dat dan opgelost?' vraagt pad blauw. Pad geel is ondertussen onder de tafel uitgeklommen. De ouwe gele maakt geen aanstalten om op hem te gaan zitten en hij concludeert dus dat het een grapje was.

'Pee heeft mijn hoed gevuld en toen was het weer goed,' zegt ouwe gele. 'Kijk maar eens goed, ik had zoveel vulling gekregen dat het soms een beetje onder mijn hoed uitkomt!'

'Ik denk dat jullie op zoek moeten naar vulling voor pad blauw, alleen dat kan hem redden.'

De padden vinden het wel logisch klinken, maar de grote vraag is wat voor vulling ze nodig hebben voor pad blauw. De ouwe gele geeft ze nog wel advies voordat ze afscheid nemen. 'Misschien kun je het proberen met gekookte rijst? Of anders wat zaagsel, dat is ook lekker zacht.'

'Waarom niet met vulling zoals jouw hoed?' vraagt pad blauw.

De ouwe gele schudt zijn hoofd. 'Nee dit is kussen vulling geloof ik, dat is veel te grof voor die kleine pad.'

De padden danken de ouwe gele hartelijk voor zijn hulp en nemen de rode paddenjas mee.

Ze hebben nu een plan en gaan terug naar huis om op zoek te gaan naar vulling voor pad blauw. Hopelijk vinden ze iets goeds.

De ouwe gele zwaait ze uit en roept ze nog na: 'Als het niet lukt, kun je altijd een keertje terug komen. Ik kan de berenraad wel bijeen roepen, die weten vast wel wat voor vulling je nodig hebt!'