De berenraad

Na het debacle met het zaagsel gaat de ouwe gele de padden voor naar zijn huisje. Binnen loopt hij direct naar de hoek van de kamer. Daar, naast de grote houtkachel, hangt een koperen gong. Aan de muur hangt een stevige hamer met een vilten kop. De ouwe gele pakt de hamer uit zijn houder en geeft hem aan pad geel. 'Geef er maar eens een flinke mep op.' Pad geel bedenkt zich geen moment en haalt uit. Een doordringende lage toon is het resultaat van de klap. Pad geel wil nog eens uithalen, maar de ouwe gele houdt hem tegen. 'Zo is het goed, let maar eens op wat er nu gebeurt.' De padden luisteren hoe het geluid van de gong langzaam uitdooft. Dan horen ze een tweede gong, ergens verder op in het bos. Dan een derde. Het geluid dooft ook hier langzaam uit, maar steeds horen ze nieuwe gongen. Verder weg klinkt het geluid zachter, maar lage tonen dragen ver. 'Dat is de rondgong,' verklaar de ouwe gele. 'Zo kunnen we de andere bewoners van het Grote berenbos oproepen voor de berenraad. Laten we gaan.'

De ouwe gele loopt weer naar buiten en de padden volgen. 'Waar gaan we nu heen, ouwe gele?' vraagt pad blauw.

'Naar de berenraad natuurlijk. Die komt bijeen op de grote open plek. Het is niet ver.'

Ze lopen door de tuin en pad geel snaait nog gauw even een worteltje mee. 'Kon je het weer niet laten,' berispt pad blauw hem. 'Je kunt ook nooit je pootjes thuishouden hè?! Wees maar blij dat de ouwe gele het niet ziet.'

Pad geel heeft zijn mond vol en kan dus niet antwoorden. In plaats daarvan geeft hij pad blauw een duw om te laten weten dat hij niet gedient is van diens commentaar. De ouwe gele houdt het deurtje in het hek open dat zijn tuin scheidt van het bos. 'Komen jullie?' Pad geel houdt de wortel achter zijn rug en loopt het bospad op. De ouwe gele gaat hen weer voor. Er komen al meer bosdieren aan over het pad en ze worden ingehaald door een haas. 'Zo, die gaat hard,' merkt pad blauw op.

'Tja,' zegt de ouwe gele, 'Haastige Haas wil altijd vooraan zitten bij de berenraad, zodat hij er niks van mist.' Op de volgende kruising zien ze een familie egels, ook op weg naar de berenraad. 'Komt het hele bos naar de berenraad?' vraagt pad blauw.

'Iedereen die kan komen komt,' zegt de ouwe gele. 'Een berenraad komt niet zo vaak voor en dat wil je niet missen. Bovendien is het voor je eigen bestwil. Het kan gevaarlijk zijn om er niet te zijn. Vroeger hebben we eens een groot gevaar besproken, maar toen waren de dieren uit het oosten er niet. Daar is toen een flink stuk bos gekapt en die arme dieren zijn volgens mij niet op tijd gevlucht. Met alle gevolgen van dien. Ik ga dus altijd.'

De optocht van bosdieren is inmiddels flink gegroeid nu ze in de buurt komen van de grote open plek. Niet alle dieren komen over de grond; in de bomen horen ze steeds geritsel. Pad geel staat soms even stil om te proberen een glimp op te vangen, maar door de bladeren kan hij niks zien. 'Wat gebeurt daarboven?' vraagt hij.

'Rustig maar, pad geel, niks om bang voor te zijn. Dat zijn de eekhoorns maar, die komen ook naar de berenraad.' De ouwe gele is nog niet uitgesproken als ze de open plek in het bos bereiken. Aan alle kanten komen er meer dieren naar de open plek toe en er zitten ook al een heleboel dieren op de grond te wachten. Op een reusachtige omgevallen boom zit een hele oude beer met een strenge blik. 'Dat is de voorzitter van de berenraad,' wijst de ouwe gele. Naast de oude beer zitten nog een aantal raadsleden. 'Wij moeten vooraan gaan zitten, jullie krijgen zo het woord om de raad toe te spreken.' Pad geel schrikt zich een hoedje als hij de grote menigte overziet en bedenkt dat hij iets moet zeggen. Gelukkig komt pad blauw hem te hulp. 'Ik doe het wel, pad geel.'

De voorzitter van de raad schraapt zijn keel en zijn buurman slaat op de gong die aan een touwtje aan een opstaande tak van de boom hangt. Het geroezemoes van de menigte verstomt onmiddellijk. 'We zijn hier bijeen omdat de ouwe gele de berenraad heeft opgeroepen. Kom maar naar voren ouwe gele.'

De ouwe gele staat op en duwt de padden voor zich uit. Pad geel vindt het nog steeds erg spannend, maar pad blauw is bij hem dus durft hij toch. Als ze voor de omgevallen boom staan en de voorzitter de reden van de oproep tot de berenraad vraagt, kijkt de ouwe gele naar pad blauw. 'Vertel jij het maar.'

Pad blauw steekt van wal. Hij vertelt het verhaal en er gaat een zucht door het publiek als ze horen hoe slecht het gesteld is met de arme pad blauw. 'We hebben alles al geprobeerd,' besluit pad blauw zijn verhaal. 'Rijst, sneeuw en zelfs zaagsel, maar niets helpt. We zijn ten einde raad.' De voorzitter kijkt zijn raad eens aan en wil net iets zeggen als er commotie is aan de rand van de open plek. Twee grote panda's komen tevoorschijn uit het bos. Luidruchtig kauwend op takken bamboe banen ze zich een weg door het publiek. 'Sorry dat we zo laat zijn we hadden de gong niet gehoord de eerste keer,' verontschuldigt de grootste zich. 'Kunnen we nog helpen?'

'Dat hangt er vanaf,' zegt de voorzitter. 'We wilden eigenlijk net in conclaaf gaan om het probleem dat hier geschetst is te bespreken. Kom er maar bij zitten, jullie input is altijd waardevol.' Snel brengt hij de panda's op de hoogte van de zoektocht naar vulling voor pad. Dan gaat de raad in conclaaf. Na een poosje komen ze terug en de voorzitter lacht de padden bemoedigend toe. 'Ik denk dat we wel een oplossing voor jullie probleem hebben gevonden,' vertrouwt hij ze alvast toe.

Dan verschijnen er een eekhoorn en een egel. De voorzitter wijst ze aan. 'Kijk, zowel Epi eekhoorn als Ranza de rasta-egel zijn gevuld. We hebben rondgevraagd in de raad en het blijkt dat een groot deel van de bosdieren op dezelfde manier is gevuld. Dat weten we van de oudste panda. Die heeft namelijk een gat in zijn zij. Eigenlijk net zoals pad blauw dat heeft, van ouderdom. Je kunt het hier zien. Dat is de vulling die jullie nodig hebben. Het heet vulwol.' De ouwe gele kijkt de padden aan bij dit nieuws. 'Dus we moeten op zoek naar vulwol. Maar waar vinden we dat dan?' De voorzitter had deze vraag al verwacht. 'Daar kom ik zo op. Belangrijker is dat het zuivere vulwol moet zijn. Als de vulwol niet zuiver is dan kan pad blauw er heel ziek van worden. En ik denk niet dat hij dat in zijn huidige conditie aan kan.'

'Hij gaat toch niet dood?!' roept pad geel verschrikt uit. De voorzitter schudt zijn hoofd. 'Nee, dat denk ik niet. Tenminste, als jullie snel zuivere vulwol vinden niet.'

'Maar waar vinden we dat dan?' Nu is het de beurt aan pad blauw om de vraag te stellen. De voorzitter kijkt zijn raad rond. 'Ik kan het niet met zekerheid zeggen, maar ik denk dat jullie thuis op zoek moeten gaan. Een aantal bosdieren dat hier nog niet zo lang in het bos leeft komt daar vandaan. Dat heeft ons doen concluderen dat je daar moet beginnen.' De voorzitter maakt aanstalten om de zitting op te heffen en de ouwe gele wenkt de padden. 'Kom, vanavond kunnen jullie niet meer naar huis. Jullie mogen bij mij eten en overnachten. Dan zijn jullie morgen weer fris om op pad te gaan en de vulwol te gaan zoeken.'

'Zuivere vulwol,' verbetert pad blauw hem. Ze volgen de stoet bosdieren die de open plek verlaat en ze lopen terug naar de tuin en het huisje van de ouwe gele. Hun gemoed is wat verlicht omdat ze nu weten wat ze moeten zoeken. Maar ze weten nog steeds niet waar precies, dus de zorgen zijn nog niet helemaal weggenomen.