De padden zitten op de bank en kijken de cavia's aan. Die piepen terug. Pad geel knort en merkt op dat hij best trek heeft gekregen. Gelukkig heeft pad blauw nog een wortel op zak, en hij deelt die met pad geel. Ze knabbelen een poosje in stilte, terwijl de commotie in het caviahok toeneemt. Pad blauw stoot pad geel aan. 'Ik lijk er wel iets van te kunnen verstaan, jij ook?' Pad geel houdt zijn hoofd wat schuin en trekt een intelligent gezicht. 'Ja, nu je het zo zegt, ik geloof het wel,' zegt hij. 'Ze vragen of we wat dichterbij willen komen. En ze zeggen dat ze ons willen helpen'.
Pad blauw laat zich van de bank glijden en vangt pad geel op als die hetzelfde doet. Ze hupsen in de richting van het caviahok. 'Hallo grote cavia's, kunnen jullie ons horen?' roept pad blauw. De oudste cavia, Baerke, geeft antwoord. 'Ja pad, we kunnen je uitstekend horen. Wij hebben gehoord van jullie queeste en we willen jullie wat laten zien. Kunnen jullie in het hok komen?'
Dat wordt nog een hele toer denkt pad blauw als hij de hoogte van het caviahok in ogenschouw neemt. 'Kom pad geel, geef me eens een pootje'. Pad geel maakt een opstapje van zijn pootjes, maar dat helpt niet veel. Pad blauw komt zo'n 10 centimeter hoger, maar dat is lang niet genoeg. We zullen het dus anders moeten aanpakken denkt hij. Als we eerst eens op de eettafel klimmen. Zo gezegd, zo gedaan en even later staan de padden op de grote houten tafel. Die is de juiste hoogte, maar ze moeten nog steeds een grote afstand overbruggen naar het caviahok. Dan krijgt pad geel ineens een idee. Dat gebeurt niet vaak, dus dit is een bijzondere gebeurtenis! 'Als we nu eens een paar draden spannen van hier naar de cavia's, dan kunnen we daaroverheen klimmen,' stelt hij voor. Pad blauw vindt het een gevaarlijk plan, maar er zit weinig anders op. Ze kunnen tenslotte niet vliegen.
Draad is er genoeg in het huis van Pee. Alle haaksels die geproduceerd worden zijn ooit een bolletje wol geweest. Er liggen nog een paar bolletjes op tafel die niet zijn opgeruimd. Pad blauw heeft vroeger geleerd om een lus in het touw te knopen en maakt snel een lasso aan de draad vast. Een goeie worp is alles wat er nu nog nodig is. De kleine cavia, Mimi, staat aan de andere kant klaar om de draad op te vangen en op spanning te houden. Ze zat eigenlijk van een heerlijk plukje hooi te knabbelen, maar dit is ook heel spannend. Bij de vierde worp van pad blauw komt het draadje precies in het caviahok terecht. Mimi hapt naar de lus en die blijft precies achter haar voortanden steken. Ze zet er gauw een harig pootje met vier tenen op. Die draad laat ze niet meer los! Pad geel maakt nog drie draden klaar zodat het totaal van draden hun gewicht dragen kan. Pad blauw helpt weer met de lasso knoop en werpt ook die draden naar het caviahok. Even later kunnen ze beginnen met de oversteek.
Pad blauw vindt het een erg hachelijke onderneming en laat pad geel eerst gaan. Voorzichtig pakt pad geel de draad vast en klemt zijn beentjes eromheen. Dan gaat het pootje voor pootje naar de overkant. Baerke en Mimi moedigen hem luidkeels aan. Als pad geel er bijna is gaat het nog bijna mis. Hij schiet los met zijn ene been en hangt alleen nog aan zijn pootjes. Gelukkig kan hij zich weer op het touw hijsen en kruipt hij het laatste stuk. Dan is het de beurt aan pad blauw. Voor de zekerheid is hij gezekerd, maar hij vindt het maar eng. Hij durft ook niet op dezelfde manier als pad geel langs het touw te klimmen en gaat gewoon hupsend. De eerste drie hupsen gaat het goed, maar daarna breken de draadjes doormidden: op een hupsende pad was de constructie niet berekend. Baerke en pad geel zetten zich schrap aan hun kant van de gezekerde draad en pad blauw bungelt een halve meter onder het hok. Met verzamelde krachten wordt hij door de andere drie het hok in gehesen.
Pad blauw moet even bijkomen van de spannende overtocht. Intussen laat Mimi aan pad geel haar huis zien. Ze hebben twee verdiepingen met een trap ertussen. Ze wijst haar favoriete plek aan, in het hoekje onder het afdak. En de plek waar Baerke altijd slaapt in het tunneltje. Pad geel merkt op dat het zaagsel onder zijn pootjes heerlijk zacht aanvoelt.
Als pad blauw ook weer in orde is overleggen ze met zijn vieren. 'Wij wonen al ons hele leven op het zaagsel en het is hartstikke zacht,' zegt Baerke, 'zou dat misschien de oplossing kunnen zijn voor jullie zoektocht naar padden vulling?' Pad blauw pakt een handje zaagsel en vindt het ook wel lekker zacht. 'Het zou best kunnen,' beaamt hij, 'maar we zullen aan de ouwe gele moeten vragen of het echt goed is.' Zuchtend laat hij zich achterover zakken in het zaagsel. 'Moeten we weer helemaal naar het berenbos toe, wat een eind.' Mimi schiet echter te hulp. Ze biedt aan om de padden te brengen. 'Maar dat kost jullie wel een halve komkommer en 2 witloffen.' De padden gaan snel akkoord, want op de rug van de cavia zijn ze zo bij de ouwe gele en er is haast geboden. En die komkommer en witlof? Die pikken ze gewoon uit de koelkast. Zo keren de padden dus per cavia terug naar de ouwe gele.
De ouwe gele staat in zijn kraampje bloemen, planten en kruiden te verkopen als ze aan komen rijden. De zaken gaan blijkbaar goed want er staat een enorme rij. De padden sluiten maar achteraan. Baerke bromt nog snel dat hij ook wel wat lekkere kruiden wil hebben, ze zijn er nu toch. Na een eeuwigheid wachten zijn de padden eindelijk aan de beurt. Ze kopen wat kruiden voor de cavia's die zich al hebben neergevlijd in de tuin van de ouwe gele.
De ouwe gele vraagt of ze nog wat anders nodig hebben en pad blauw zegt dat ze zijn raad nodig hebben. 'We hebben rijst geprobeerd zoals je had gezegd en ook sneeuw maar het werkt allemaal niet! De rijst is veel te plakkerig en de sneeuw smelt. Daar kunnen we pad blauw niet mee helpen.' Dan vertellen ze over hun ontmoeting met de cavia's en het idee om zaagsel als vulling te gebruiken. 'Heb je het bij je?' vraagt de ouwe gele, 'dan kan ik er even aan voelen.' Pad blauw overhandigt het zakje met zaagsel aan de ouwe gele, die op zijn beurt probeert of hij zijn hoed er mee kan vullen. Het lijkt aardig te gaan: de hoed krijgt zijn vorm snel weer terug. Als de ouwe gele zijn hoed weer opzet schreeuwt hij het uit. Snel trekt hij zijn hoed van zijn hoofd, maar hij blijft schreeuwen.
'Oh nee, zegt pad blauw, er steekt een splinter door zijn oor!' Pad geel komt in actie en bedaart de ouwe gele zodat die gaat zitten. Dan kan pad blauw de splinter uit zijn oor trekken. De ouwe gele komt tot rust. 'Dit zaagsel is niet geschikt voor pad blauw, die splinters zijn levensgevaarlijk!'.
'Maar wat moeten we dan? We hebben alles geprobeerd,' roept pad geel uit.
'Er zit niks anders op, ik zal de berenraad bij elkaar roepen en jullie probleem aan hen voorleggen. Zij weten vast wel raad,' besluit de ouwe gele.