De ontvoering

De kussenvulling ging dus niet werken om pad blauw te redden. Te grove stukken en te groot. Pad blauw had het wel gehad op zolder en ging vast op weg naar beneden. Pad geel bleef nog even boven: hij vond het veel te leuk om te spelen met de vulling. Grote plukken vlogen door de lucht en je kon pad geel van een afstandje horen: 'sneeuw, sneeuw, sneeuw.' Hij was door het dolle.

Ondertussen hupste pad blauw de trap af. Tree voor tree plofte hij omlaag. Plotseling werd hij met grof geweld van de trap getrokken. Twee overvallers sleurden hem mee het hoekje om de kleinste kamer in. Zijn pootjes werden achter zijn rug vastgebonden. Pad blauw wist niet goed wat hem overkwam en kon er dus ook niks aan doen. Hij hoorde wat gegniffel achter zich en toen ving hij een glimp op van zijn overvallers. Ze waren met zijn tweeën, groen van kleur met lange haren vol klitten. 'We hebben er eentje te pakken' zei de ene. 'Trek hem zijn jas eens uit, die wil ik hebben,' zei de andere. En zo verloor pad blauw zijn jas. 'Kijk eens of hij ook schoenen en een broek aan heeft en gooi hem daarna maar in de pot.' Ze lieten er geen gras over groeien en die arme pad kon geen kant op.

Pad geel was inmiddels uitgespeeld en ook onderweg naar beneden. Hij wilde graag aan pad blauw vertellen hoe leuk het was in de sneeuw. Maar op zijn geroep kwam geen antwoord. Hij riep nog eens in de veronderstelling dat pad blauw nog wel in de buurt was. Pad geel maakte zich nog geen grote zorgen. Pad blauw zou wel alvast naar beneden zijn gegaan. Hij ging dus ook op weg. Onderweg rook pad geel echter een vreemde geur. Het rook niet lekker. Pad geel stond stil om er even over na te denken. Inmiddels weten wij dat het dan wel een poosje duurt. Zou het soms een rottende wortel zijn? Of een dode muis? Er leek weinig anders op te zitten dan een kijkje te gaan nemen. Pad geel volgde zijn neus en liep de kleine kamer in. De geur werd sterker. Pad keek om zich heen en daar zag hij het. Een kookpot stond klaar en er stak een stukje blauwe stof uit. Zou dat... 'Pad blauw, ben jij dat?' Er kwam weer geen antwoord. Pad geel sloop voorzichtig dichterbij. Hij stak zijn hoofd over de rand van de kookpot en zag pad blauw in de pot. Zijn ogen waren dicht. Pad geel tikte zachtjes op de blauwe hoed. Langzaam opende pad blauw zijn ogen. De paniek stond erin. 'Wat is er gebeurt? Waarom stinkt het hier zo?' pad geel wilde nog wel tien andere vragen stellen, maar pad blauw was hem voor. 'Snel, haal me hieruit, ze komen zo terug.' Pad geel handelde snel en trok pad blauw uit de kookpot. Pad blauw schudde zijn vacht droog en ze waren klaar om er vandoor te gaan. 'Wacht, mijn jas!' Pad blauw kon er natuurlijk niet vandoor gaan zonder zijn jas. Ze keken om zich heen en daar hing de jas inderdaad. Met zijn jas weer aan was pad blauw er nu echt klaar voor.

Maar het was te laat, de overweldigers van pad blauw kwamen al weer terug. Het bleken Limburgse heuveltrollen te zijn. Een mannelijke en een vrouwelijke, misschien een stel. Beide trollen droeg een bos hout in de armen. Die lieten ze nu vallen en ze haalden een knots te voorschijn. 'Zo,' riep de ene, 'nog zo'n lekker hapje, dat is geluk hebben zeg.' De trollen kwamen dreigend dichterbij. De padden keken elkaar aan. Het was pad geel die voor de redding zorgde. Er lag een vers geslepen potlood binnen handbereik en die pakte hij op. 'Kom maar op, deze pad verkoopt zijn huid duur!' De trollen zetten de aanval in. De knotsen werden geheven en pad blauw sprong snel achter pad geel. Op het moment dat de knots omlaag kwam, stootte pad geel toe met het potlood. Het ging dwars door de huid van de trol. Met een gapend gat in zijn buik zakte hij in elkaar. De andere trol liet haar knots vallen en gaf zich over. Vlug bonden ze haar vast.

In korte tijd was de situatie volledig omgedraaid. De padden waren weer vrij en het gevaar was geweken. Pad blauw was bekomen van de schrik en ging even bij de gewonde trol kijken. En daar had hij zijn eureka moment. 'Pad geel, kom gauw kijken, ik denk dat ik de oplossing heb voor ons probleem.' Pad geel kwam er snel aangehobbeld. 'Kijk hier maar eens, in zijn buik. Dat is de vulwol die we zoeken, dat kan niet missen.'

'Maar dit is niet zuiver, het zit vol met groene smurrie,' zei pad geel. Daar had hij een goed punt. Met deze vulwol zouden ze pad blauw niet kunnen redden. 'Maar misschien weet hij er meer over,' zei pad blauw. De trol was bij kennis gekomen en pad geel zette zijn pootje op zijn arm. 'Zo, vriend, jij gaat ons eens even vertellen waar je gevuld bent, dan laten we je gaan.' Hij zette wat meer gewicht op de arm en de trol trok wit weg. Eerst leek het of hij niks wilde zeggen, maar toen sprak hij toch. 'Jullie zullen nooit zuivere vulwol vinden, kleine padden. Veel te moeilijk voor jullie.'

'Dat vroeg ik niet,' zei pad geel. Hij pakte het potlood weer op en hief het dreigend in de lucht. 'Wil je nog een gaatje?' De trol schoof een stukje achteruit. Pad geel deed een stap naar voren. Hij torende boven de trol uit. 'Ik zal het vertellen,' bracht de trol uit. 'De vulwol bevindt zich beneden, in een enorme grijze container. Die is altijd dicht, er zit een luik bovenop. Dat krijgen jullie zonder hulp nooit open.' Hij keek triomfantelijk op naar pad geel die over deze nieuwe informatie stond na te denken. 'Maar eerst moet je nog langs de vallende kussens, ook dat gaat jullie zonder gids niet lukken.' Pad blauw brak in, 'Jij gaat ons helpen, ik denk dat jij zo je manieren hebt om langs die kussens en in die container te komen.' Maar voor hij was uitgesproken zakte de trol ineens opzij. Zijn ogen gingen dicht en binnen enkele tellen lag hij uitgestrekt op de vloer. De andere trol zag het en slaakte een gil. De padden sprongen geschrokken achteruit. Gelukkig zat ze vastgebonden dus was er geen direct gevaar. 'Ik zal jullie gids zijn en jullie veilig langs de vallende kussens leiden,' sprak de trol. Pad geel keek pad blauw aan. 'Hoe weten we zeker dat ze ons niet zal verraden zodra ze de kans krijgt?' vroeg pad blauw. Pad geel schudde het hoofd, 'dat zullen we niet denk ik, maar hoeveel kans hebben we samen denk je?' Aldus was het besluit genomen. Gedrieën zouden ze naar beneden gaan om de vallende kussens het hoofd te bieden en daarna op zoek te gaan naar een manier om in de container te komen waar de vulwol zou moeten liggen.